Nu de COVID-19 pandemie over ons land trekt is het een vreemde tijd om huisarts in opleiding te zijn. Nog steeds heerst veel onwetendheid over wat er precies komen gaat. Collega’s raken besmet, fysieke onderwijsdagen zijn geannuleerd, en nog steeds worden we geconfronteerd met dagelijkse veranderende inzichten en beleid over de ziekte. Daarnaast rijzen er vragen over de opleiding; leer ik in deze tijd wel voldoende over ‘normale’ huisartsenzorg? Krijg ik een verlenging van mijn opleiding?
Inmiddels ebt de eerste Corona-golf weer wat weg, maar het blijft aanpassen. Van de reguliere huisartsenzorg is maar weinig over. Betekenisvol patiëntencontact, hetgeen waaruit ikzelf het meest voldoening haal, is er nog maar weinig. Het merendeel gaat over de telefoon. En telefonisch triëren en een goede inschatting maken van de ernst van een klacht is pittig. Alle aios, maar vooral die in maart zijn begonnen met de opleiding, moeten hierdoor erg zoeken naar hun positie.
Als derdejaars mag ik zelfstandig corona-spreekuren en -diensten doen. Ook dit blijft spannend. COVID-19 is een ziekte die blijft verrassen. Je weet nog niet goed wat er bij de ziekte hoort of wat het beloop kan zijn. Daarnaast blijf je horrorverhalen horen waarbij een ogenschijnlijk matig benauwde patiënt toch een saturatie van onder de 80% blijkt te hebben. Door dit soort verhalen vrees ik soms dat mijn klinische blik, waar ik altijd zo op vertrouw, mij in de steek kan laten. Gelukkig weet ik dit te relativeren. Hoe? Omdat ik naast mijn klinische blik, altijd mijn ABCDE gebruik. Dankbaar denk ik terug aan de STARtclassen waar deze methode er zorgvuldig is ingestampt. Want als één ziekte het belang van een zorgvuldig en volledig onderzoek heeft bewezen, is het COVID-19 wel.
Kortom, corona brengt ook veel leersituaties met zich mee. Een stoomcursus ‘hoe om te gaan met een crisis’. Een goede leerschool voor competenties rondom spoedzorg, maar ook praktijkmanagement, communicatie, flexibiliteit en professionaliteit. Regelmatig dwalen mijn gedachtes terug naar de preventie tweedaagse waar we hier spelenderwijs onderwijs over hebben gehad. Wie had gedacht dat wij deze kennis een jaar later in de praktijk zouden brengen?
Charlotte Vreede
Voorzitter LOVAH